Nieuws

09 februari 2013 /
Ds. Aart Mak

Donderdag, terugrijdend van een uitvaart ergens in de buurt van Apeldoorn, luisterde ik naar het radionieuws van 1 uur. Dat is het nieuws dat vroeger van het Algemeen Nederlands Persbureau was en nu wordt verzorgd door de NOS. Het ging over die jongen in Wassenaar die vermist werd en nu was gevonden. In die nieuwsuitzending werd ter plaatse verslag gedaan en tot mijn verbazing hoorde je buurtbewoners die ook niets wisten, niets gezien hadden, verdrietig waren en nog eens beklemtoonden hoe fijn en veilig hun woonwijk altijd was geweest. Het ging dus nergens over. Geen nieuwsfeit werd genoemd. Even later een ander onderwerp. Het ging over de woonplannen van het kabinet en hoe er onderhandeld werd om het CDA, waarvan de stemmen nodig zijn om de meerderheid in de Eerste Kamer te halen, binnenboord te halen. Waarop de nieuwslezer mededeelde dat als wij als luisteraars hierover wilden meepraten, wij dat over een klein half uur konden doen in het programma Stand.nl. Dat is inderdaad dat programma, meestal met Jurgen van den Berg als presentator, waar allerlei mensen die inbellen hun mening ten beste geven en waarover Nico Dijkshoorn onlangs een hilarische column schreef die begon met de zin: Stand.nl is ‘een uitputtende aaneenschakeling van meningen die je ook hoort als je met een veel te dikke jas in bus 49 zit.’

Waar zijn de feiten gebleven? Ook in de televisiejournaals gaat het wel ergens over, maar vooral over wat een aantal deskundigen vindt, wat het commentaar is van de politici en als het even kan wat de man in de straat zegt (commerciële omroepen) of de volgende opiniepeiling onder een representatieve groep Nederlanders oplevert (publieke omroepen). Ik kom steeds meer mensen tegen die hier erg moe van worden. Wij leven in een kwettercultuur. En dat is nog tot daaraantoe, er is ook iets onderhuids gaande. Dat merk je al enige tijd als deelnemer aan het verkeer. Het is haast elke week merkbaar als er weer nieuws is over een bank die ten onder gaat en alles wat dan loskomt over de zelfverrijking die plaatsvond. Je weet het gewoon als enerzijds de voedselbanken meer nodig zijn dan ooit en aan de andere kant het aantal miljonairs stijgt. Maar het heeft ook te maken met wat er met vrouwen gebeurt, in India als gevoeglijk bekend, in Zuid-Afrika onlangs – dusdanig dat het personeel van het ziekenhuis in een schok verkeerde -, en ook helaas hier soms: ze worden gepakt en gebruikt, als middel om lust en agressie op te botvieren en als een leeg geknepen tube achtergelaten. Vrouwen zijn trouwens al eeuwen lang en nog steeds in veel te veel landen hun leven niet zeker. En zonder dat ik nu de onheilsprofeet ga uithangen – dit is tenslotte wel een goed begin -, wil ik over alles wat gaande is toch even wat meer zeggen. Ik kwam het tegen bij een andere columnist in de Volkskrant en wat deze Malou van Hintum schreef, raakte mij.

Zij schreef dat wij tegenwoordig in toenemende mate anderen vooral dreigen te zien als een middel om er zelf beter van te worden. Mensen worden tegen elkaar opgezet. Oud tegen jong. Gelovige tegen ongelovige. Allochtoon tegen autochtoon. Gezond tegen ziek. En zo verder. Volgens Van Hintum hebben we een paar ijzeren motto's in onze maatschappij die in de plaats zijn gekomen van de oude Tien Geboden. Gij zult gezond zijn. Gij zult gelukkig zijn. Gij zult voortdurend begeren wat een ander heeft. Gij zult uzelf voorop stellen. Gij zult geen mededogen kennen, geen ruimhartigheid en geen vergeving.
Gij rekent af.
Die motto's creëren de illusie van controle. En als dat niet lukt? Want dat lukt dus nooit. Dan gaan we volgens haar niet rustig ademhalen en onszelf bezinnen, maar nog meer afvinklijstjes met plussen en minnen maken, nog harder werken, nog meer ambities koesteren, nog alerter zijn op nieuwe kansen, nog sneller reageren en onszelf nog meer profileren. Hier stop ik. Genoeg geciteerd. Haar boodschap is wel duidelijk.

Om zulke waarnemingen ben ik overtuigd dat we ons aan het einde van een tijdperk bevinden en aan het begin staan van iets nieuws. Dat moet wel, dit houdt niemand vol. Los van het geld dat we de laatste jaren ineens als maatschappij en als enkelingen tekort komen, los van de ontwikkelingen in de wereld, de klimaatverandering en de sluipende  oorlog die plaats vindt om grondstoffen, betaalbare energie, schoon water en goede voeding, is er iets anders gaande. Ik geloof werkelijk dat veruit de meeste mensen van goede wil zijn en ook in hun eigen belang begrijpen dat je met fatsoen en eerbied met elkaar dient om te gaan. De mentaliteit van de oude Tien Geboden zeg maar, waarin je elkaar niet naar het leven staat, hoe dan ook, van elkaars spullen afblijft en ook je begeerte in bedwang houdt. Maar het is het besef van de eigen eindigheid dat ontbreekt. Als moraal zich vormt rond het individu dat voortdurend zijn eigen belangen op het oog heeft, ontstaat er een voortdurende strijd om macht en kracht. Je laat de ander wel voorgaan, maar de volgende keer vind je dat jij het recht hebt op voorrang. Je gedraagt je, maar je doet het vooral omdat er controle is. Dit is glad ijs waarop ik mij nu begeef. Maar met al mijn vertrouwen in mensen, moet ik constateren dat we al een tijd lang de verkeerde lucht ademen en letterlijk trouwens ook het verkeerde, gemanipuleerde voedsel eten. Wat ontbreekt is het lege midden. Er zijn te weinig mensen die tegenwicht bieden tegen de hamsterrace – wie rent het eerst naar de meeste punten? – van deze maatschappij.

En dit is, merkwaardigerwijze, nu net wat hoop geeft. Elk schip wordt een keer gekeerd door de wal. Kerken zullen, als ze dat durven, weer vrijplaatsen kunnen worden voor mensen die niet meer tegen de waan van de dag en het gif in allerlei meningsvorming kunnen. Diezelfde kerken, met hun rammelende en ook mensonterende geschiedenis, zijn tegelijk dragers van een grootse menselijke waardigheid en een visioen van werkelijk samen leven. Ze weten alles van ontferming voor de hopelozen en de zwakken, ze doen aan geven om niet, aan present zijn zonder een rekening te sturen, aan meeleven met mensen tot in de dood en ze bieden ruimte aan vluchtelingen en asielzoekers. Wij gaan die tijd weer meemaken. Ik ben overtuigd dat we, geëmancipeerd als we met elkaar tegenwoordig zijn, ook weer zullen ontdekken dat er waarden zijn die de mens in zijn eentje overstijgen, waarden die je juist moet koesteren en doorgeven om je zelf en je kinderen zich zo veel mogelijk thuis te laten voelen op aarde. Geef mij het ANP nieuws maar weer. De feiten. Ik verzin er zelf mijn mening wel bij. Want mijn geloof zegt al eeuwen dat een goed begin meestal geboren wordt in een dal van diepe duisternis. Daarover hoef ik niet de mening te horen van bewoners uit een volkswijk in Wassenaar. Ik zal daarom in het nieuws blijven speuren naar wat nieuw is, veelbelovend. En daar zal ik, als u mij toestaat, dan toch graag mijn gelovige mening over geven.

Met muziek van Desplat en Lane/Vitarelli. Verder hoorde u muziek van Hans Zimmer (uit de film ‘Gladiator’) en ‘Deze woorden’ van Oosterhuis / Oomen. Gelezen werd uit Jeremia 4: 1-3. Het gebed kwam uit de bundel ‘Zeggen en zwijgen, oecumenisch gebedenboek voor alledag’ van Marcel Barnard e.a..

 

 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: